- De lente komt eraan, maar dat betekent voor het energieverbruik ook dat de maandquota voor het prijsplafond omlaag gaan.
- Volgens de richtlijnen mogen huishoudens maximaal 86 kuub gas verbruiken in april, wat bijna de helft minder is vergeleken met maart.
- Positief is dat veel energieleveranciers hun markttarieven voor gas en stroom verlagen in april.
- Lees ook: Blik op je Geld: vaste energiecontracten zijn terug en spaarrente stijgt
Krijgen we een koele lente of gaan de temperaturen in april eindelijk wat oplopen? Het antwoord op die vraag bepaalt in hoge mate of het een uitdaging wordt om binnen het ‘maandbudget’ voor het verbruik van gas en stroom te blijven.
Onder het prijsplafond voor energie betalen huishoudens maximaal 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kWh stroom. Dit geldt tot een jaarverbruik van 1.200 kuub gas en 2.900 kWh stroom. Maar dat verbruik wordt op een speciale manier bijgehouden.
Als een huishouden met het energieverbruik boven de volumelimieten uitkomt, gaat de marktprijs van de energieleverancier gelden.
Door de daling van groothandelsprijzen hebben veel energieleveranciers hun variabele tarieven bijgesteld. Het positieve nieuws is dat vanaf april steeds meer energieleveranciers hun prijzen verlagen, waarbij de tarieven voor gas en stroom soms onder het prijsplafond uitkomen.
Zo verlaagt Eneco voor een derde van de klanten het variabele stroomtarief per 1 april tot net onder het niveau van het prijsplafond, terwijl het gastarief daar met 1,50 euro per kuub net boven blijft.
Bij Essent gaan variabele tarieven voor gas en stroom per 1 april ook omlaag, maar blijven deze boven de maxima van het prijsplafond. En Vattenfall laat de tarieven eveneens zakken. Voor trouwen klanten van Vattenfall die een hoge korting krijgen voor stroom, kan dit betekenen dat het tarief onder het niveau van het prijsplafond zakt.
Moment jaarafrekening bepalend voor volumelimiet prijsplafond energie
Voor de volumelimieten van het prijsplafond is het moment waarop de jaarafrekening van de energienota wordt vastgesteld van groot belang. Dat moment verschilt per klant en hangt doorgaans samen met de datum waarop je bij een energieleverancier klant bent geworden.
Bij de volumegrenzen van het prijsplafond wordt niet gekeken naar het kalenderjaar 2023, waarbij aan het eind van het jaar de balans wordt opgemaakt. In plaats daarvan heeft de overheid voor elke dag van het jaar een gestandaardiseerd dagverbruik vastgesteld.
Voor de volumelimiet van het prijsplafond wordt gekeken naar de optelsom van alle standaarddagen tot de datum van de jaarafrekening. Vervolgens vergelijkt je energieleverancier dit met het feitelijke verbruik. Zit je met het feitelijke verbruik boven het standaardniveau tot het moment van de jaarafrekening, dan betaal je over het extra volume de marktprijs van je energieleverancier.
Voor de periode ná de jaarafrekening tot het eind van het jaar heb je een standaard restbudget voor het energieverbruik dat wordt vergeleken met je feitelijke verbruik.
Verbruik gas en stroom in april 2023
Hieronder geven we in de tabel eerst het gestandaardiseerde verbruik van gas en stroom onder het prijsplafond op maandbasis.
Te zien is dat je in april 2023 geacht wordt maximaal 86 kuub gas te verbruiken en 207 kWh stroom. Vooral bij gas is het verschil met maart zeer fors, aangezien sprake is van bijna een halvering van het volumeplafond in april vergeleken met maart.
De inschattingen voor de volumelimiet per maand zijn gebaseerd op seizoenspatronen, waarbij april doorgaans fors minder koud is dan maart en er flink minder gestookt hoeft te worden. Waar het uiteindelijk om gaat is of april dit jaar al dan niet sterk afwijkt van het historische gemiddelde, in positieve of negatieve zin.
Als je het maandverbruik over maart van je energieleverancier doorkrijgt, kun je gelijk checken hoeveel je in januari, februari en maart hebt verbruikt, vergeleken met het totaal van de volumequota in die maanden. Voor gas tellen de maandquote van januari, februari en maart op tot 568 kuub en voor stroom tot 887 kWh. Dat kun je afzetten tegen je feitelijke verbruik in de eerste drie maanden van dit jaar.
Als je vervolgens de maandquota voor april erbij neemt, weet je ook hoeveel speelruimte je hebt in april om binnen de verbruiksgrenzen van het prijsplafond te blijven.
Als de energieleverancier je jaarafrekening bijvoorbeeld op 1 mei 2023 opmaakt voor de periode tot en met april, wordt eerst gekeken of je in de eerste vier maanden van het jaar meer of minder dan 654 kuub gas en 1.094 kWh stroom hebt gebruikt. Dus de som van de maanden januari, februari, maart en april. Zit je daar onder, dan betaal je maximaal de prijzen van het prijsplafond.
Voor het verbruik boven de totale volumelimiet van januari, februari, maart en april betaal je sowieso de marktprijs van je energieleverancier, als de jaarafrekening van je energienota per 1 mei wordt opgemaakt.
Vervolgens geldt dat het restvolume dat onder het prijsplafond valt, bepaald wordt door het standaardverbruik vanaf mei tot en met december. Dat is dus de optelsom van de in de tabel hierboven genoemde maandquota voor die maanden.
Je kunt ook op dagbasis volgen wat je volgens de normen van het prijsplafond zou mogen verbruiken aan gas en stroom. Dat ziet er voor april zo uit.
In de bovenstaande tabel is te zien dat je op 2 april geacht wordt maximaal 3,1 kuub gas te verbruiken en 8,1 kWh stroom.